donderdag 18 juli 2013

Logistiek: de weg naar 2023

Het is 4 juli 2023. Ik arriveer bij een producent en leverancier van servomotoren in Rotterdam. Net voordat ik binnenstap schrik ik en doe een fikse stap opzij: naast mij opent de roldeur van het magazijn en een onbemande heftruck zet een pallet buiten. Het voertuig rijdt weer naar binnen en de roldeur sluit zich. Daar staat die pallet naast me. Niet zo’n oude houten, maar een van kunststof met een zendertekentje erop. Volle dozen met superkostbare servo’s zijn zomaar op de stoep gezet en in geen velden of wegen is iemand te zien, laat staan een vrachtwagen om de goederen op te pikken.

Enkele dagen eerder kreeg ik via mijn MPA (Mobile Personal Assistant) een melding dat de directeur, Peter van der Pas, een afspraak met mij had gepland. We zouden spreken over nieuwe businesskansen en ik was erg benieuwd naar zijn ervaringen en vorderingen met zijn realtime vraag-en-aanbodsysteem voor de logistiek. Vroeger noemden we dat nog ‘Agent Technology’ of ‘Internet of Things’,  maar hoe dat moest werken begrepen alleen academici  -  laat staan dat je er geld mee kon verdienen.

Omdat ik mijn MPA bij me droeg opende de voordeur van het pand zich automatisch. Ik werd welkom geheten door een stem die mij vertelde dat de heer van der Pas mij op de 1e verdieping in kamer 13 verwachtte. Daar stond mijn favoriete koffie, met dank aan mijn MPA, al klaar. Door het open raam hoorde ik een voorrijdende vrachtwagen de pallet oppikken.  Peter gaf me een hand en het gesprek ging al snel over de recente ontwikkelingen in zijn bedrijf.

Hij vertelde me dat het realtime vraag-en-aanbodsysteem waarover ik hem ooit adviseerde geweldig werkt: “Het systeem is vergelijkbaar met e-mail. Je weet wel, het systeem dat we zo’n 10 jaar geleden nog gebruikten om online met elkaar te communiceren. Nu gaat alles via stemherkenning, maar toen tikte je je boodschap nog op een computer met toetsenbord, klikte op verzenden en het mailtje werd als datapakketje via je internetprovider afgeleverd bij de geadresseerde. Hoe en door wie het verder werd afgehandeld wisten we eigenlijk niet, en dat vonden we toen ook heel gewoon.”

Peter liep naar het raam en vertelde dat hij de gearriveerde transportondernemer helemaal niet kent. Zijn MPA pikte het ‘zendingklaar-signaal’ op toen hij voorbij reed. Hij was het eerst ter plaatse, dus:  business voor hem. De MPA van Peter maakte het geluid van een vallend muntje. Peter glimlachte even en vertelde over het grote verschil tussen de e-mail van toen en de huidige fysieke zendingen: de pallet met inhoud wisselt van eigenaar. Daar staan directe betalingen tegenover. Zodra de pallet wordt opgepikt accepteert de transportondernemer de factuur en de gehele inhoud is van hem. De betaling wordt direct, zonder tussenkomst van een bank, digitaal afgehandeld. 

Niets betalingstermijn, herinneringen en incasso. Hoeveel bedrijven gingen er daardoor niet failliet gedurende de economische crisis van 10 jaar geleden? Als Peters zijn bijzondere innovatieverhaal vervolgt gaat het over de volledig transparante transportprijzen. Er wordt nu afgerekend op basis van afstand, beschikbaarheid en servicegraad. Wil de ontvanger snelheid, dan stijgt de prijs. Minder tijdsdruk daarentegen betekent dat de transportkosten per km lager zijn, maar dan betaal je wel voor tijdelijke opslag. Deze transportprijzen worden centraal afgesproken en gelden voor heel Europa. De efficiëntie van de transportondernemers onderling bepaalt dus hun marge: reken maar dat ze nu samenwerken!

 Peter ging nog even door met zijn relaas, maar het idee is helder. Terug in 2013 ligt er nog heel wat in het verschiet als we filosoferen over Internet of Things en Agent Technology, scenario’s bedenken en businessmodellen maken. Komt verandering van vandaag op morgen? Nee. Maar als we er vandaag niet over nadenken dan is het er morgen zeker niet.


donderdag 16 mei 2013

Het talent van de koning


Laatst liep ik bij ons in het dorp door de winkelstraat. Ik was onderweg naar de kapper voor een knipbeurt. In ons dorp zijn er nog zelfstandige detaillisten te vinden en ik zag in de winkelstraat op de gevels staan: slager, groenteboer, bloemist… Hoe duidelijk wil je het hebben, dacht ik nog; het is direct duidelijk waar deze detaillisten in uitblinken...

Ik weet niet hoe het bij u is, maar ik heb het gevoel dat ik de laatste tijd word overspoeld met het woord talent of met talentontwikkeling. Zelfs bij de beëdiging van Koning Willem-Alexander in de Nieuwe Kerk had Zijne Koninklijke Hoogheid het in zijn rede over de talenten van mensen.

Laatste werd mij gevraagd mijn talent te beschrijven en tot mijn grote schrik kon ik daar niet direct antwoord op geven. Ik bleef in algemeenheden hangen, stamelde iets over efficiëntie en essentie en dat ik de menskant van mijn advieswerk erg leuk vind. Vaardigheden om mijn werk te kunnen doen heb ik wel, maar ja: is dat dan mijn talent? Ik weet zelf dus eigenlijk helemaal niet waar ik echt goed in ben, waar iemand anders me voor zou aanbevelen, afgezien van mijn inhoudelijke kennis en mijn netwerk.

Terug naar ons dorp; ik stap bij de kapper naar binnen en zie dat er drie mensen voor mij aan de beurt zijn. Dit is nog een kapper van de oude stempel waar je zonder afspraak kunt binnenlopen en ter plekke de keus maakt of je wacht of dat je het later nog eens probeert. Ik ging zitten, wetend dat je bij de kapper altijd wel iets over het dorp en zijn mensen te weten komt. Naast mij zit een buurman van drie huizen verderop, een bioloog. De andere wachtende is een zandrijder, die met een zesasser zand van en naar bouwplaatsen brengt. Beiden hadden het al snel over hun passie; de bioloog over de zoektocht naar nieuwe orchideeën en de chauffeur over veilig rijden. De kapper wist al knippend feilloos te schakelen tussen het ene en het andere onderwerp en door vragen te stellen en wetenswaardigheden toe te voegen het gesprek vloeiend te laten verlopen. 

Met mijn focus op talenten observeerde en analyseerde ik het gesprek. Is het talent van de kapper nu het knippen van haar of het onderhouden van het gesprek? Knippen lijkt de vaardigheid, het faciliteren van het gesprek het talent. Ik zou het hem eigenlijk eens moeten vragen of hij dat herkent. Ik word nu overigens ook nieuwsgierig naar de talenten van de slager, de groenteboer, de bloemist en niet vergeten onze koning. Het staat dus blijkbaar niet op de gevel....

Hoe staat het nu met mijn eigen talent? Met behulp van een zeer praktische methode ben ik er achter gekomen dat mijn talent ‘prikkelaar’ is: ik prikkel graag met woorden, of het nu bij collega’s, vrienden, familie of ondernemers is. Ik breng ze dan even uit balans en laat ze bijvoorbeeld inzien dat de situatie van een andere kant bekeken andere inzichten geeft. Beroepsmatig prikkel ik ondernemers om zichzelf en hun onderneming te vernieuwen. Mijn talent staat ten dienst van die ondernemer, net zoals het talent van de koning ten dienste staat van het Nederlandse volk. Met welk talent?, vraag ik me dan af. Zou hij het zelf wel weten? Misschien moet ik het hem eens vragen....

dinsdag 9 april 2013

Stramme rugwervels versus ondernemen.



Het was vandaag weer zo’n dag, alles lijkt te kloppen. Ik zat met een glimlach in de auto naar huis en zette de radio aan. Paul van Liempt van BNR interviewt directeur Peter Veer van Gispen die zich net liet ontvallen dat hij niet zo lekker zat op de stoel van BNR. “Net of je jezelf steeds weer in de stoel moest drukken om er niet vanaf te glijden”. Ik voelde al de starre spieren en de onnodige energie die het Peter Veer kostte.  Paul vroeg hem of betere stoelen dan ook tot betere interviews zouden leiden……..

Iets later hoorde ik Peter Veer zeggen dat de rug van de mens eigenlijk helemaal niet gemaakt was om te zitten, daar kunnen je ruggenwervels niet goed tegen. Om rugklachten te voorkomen moet je regelmatig van die stoel af. Eigenlijk moet je bij het zitten altijd al over de volgende houding  nadenken. Dat vond ik een interessante uitspaak, enerzijds omdat ook mijn rug beter gedijt bij bewegen maar meer nog om het volgende:

Van ondernemers hoor ik regelmatig dat de enige constante de verandering is. Ik ben het daar hartgrondig mee eens. Mijn vraag aan de ondernemer is dan ook hoe zijn onderneming in staat is met die constante veranderingen mee te bewegen. En dan wordt het soms stil, heel stil... Het blijkt dat organisaties de veranderingen wel constateren maar vaak niet in staat zijn daar adequaat op te reageren.

Hoe komt dat dan? Heeft het tekort aan bewegen in die stoel je ruggenwervel star gemaakt? Heb je niet vooruitgedacht en ben je niet regelmatig gaan bewegen?  Op enig moment mee gaan bewegen doet pijn en zitten blijven is ook niet de oplossing.

Terug naar de ondernemers. Vol trots tonen zij hun organogram en bij alle functies kunnen ze haarfijn uitleggen wat er van die functie wordt verwacht. Het organogram, zie ik in een hoekje staan, is 5 jaar geleden gemaakt. Dan begint zo’n organogram voor mij aan te voelen als een stramme rug. In het begin was het allemaal goed doordacht en het werkte ook nog. Maar toen is men vergeten vooruit te kijken. Men is vergeten om regelmatig de wervels in het organogram te laten bewegen. De omgeving, ja die was aan het veranderen maar de organisatie was stram en bewoog niet mee.
 
Bij Gispen zouden ze zeggen: “Een nieuw interieur! Passend bij de nieuwe tijd van flexwerken en ontmoetingen. Niet alleen zitten maar ook staan en bewegen. Zoek elkaar op om die constant veranderende omgeving te bespreken en organiseer tijdelijke werkplekken om in te spelen op die veranderende omgeving”.

Wat een verademing, dacht ik. Nu mag de werknemer uit die stoel, geen pijn meer in de rug, er op uit en ondernemen! En voor Paul? Een nog beter interview.

Nieuwe tijden vraagt om anders vernieuwen 


 Wigli beweegbare kruk